Zelfstandige kinderopvang – Kostenforfait

Minister van Financiën Van Peteghem heeft het nieuw collectief akkoord goedgekeurd waarin de kostenforfaits die van toepassing zijn voor de zelfstandige kinderopvang. Het nieuwe akkoord (en dus ook de nieuwe forfaits) geldt voor inkomstenjaren 2020, 2021 en 2022. In dit nieuwe akkoord werden ook enkele bijkomende voorwaarden opgelegd inzake de toepassing ervan.

Nieuw globaal forfait van 17,50 euro naar 19 euro

Het globale kostenforfait stijgt van 17,50 euro naar 19 euro per aanwezig kind per oppasdag. Dit globale forfait omvat alle kosten (behalve de sociale bijdragen van de zelfstandige). Indien de aanwezigheidsduur van het kind minder dan een volledige dag bedraagt, wordt het globale forfait niet opgedeeld, maar wel beperkt tot het ontvangen bedrag.

Wordt de globale forfait toegepast mag de zelfstandige geen andere kosten meer bewijzen met betrekking tot de zelfstandige kinderopvang, ook al kunnen deze met bewijsstukken worden gestaafd.

Nieuw beperkt forfait van 7,50 euro naar 8 euro

Het beperkte forfait stijgt dan weer van 7,50 euro naar 8 euro per aanwezig kind per oppasdag. Deze beperkte forfait bevat de volgende kosten:

  • Voeding
  • Schoonmaak-, was- en verzorgingsproducten (niet: wasmachine/stofzuiger op zich)
  • Klein kookmateriaal (borden, kookpotten, bestek …)
  • Klein speelgoed en klein kantoormateriaal (papier, speelgloedblokken, …)
  • Representatiekosten (kleine attenties voor de kinderen, ouders, grootouders …)

Alle andere kosten (afschrijvingen, verwarming, elektriciteit, water …) dienen met de nodige bewijsstukken te worden gestaafd. Ook hier geldt de regel dat wanneer een kind minder dan een volledige dag aanwezig is, het beperkte forfait niet wordt opgesplitst. Het maximaal aftrekbare bedrag van de totale kosten (beperkt forfait + bewezen kosten, behalve sociale bijdragen zelfstandige) blijft beperkt tot het ontvangen bedrag voor de kinderopvang.

Toepassingsvoorwaarden

Zoals voorheen kunnen deze forfaits enkel worden toegepast door natuurlijke personen die als zelfstandige werken. Zij kunnen dus nooit van toepassing zijn voor een vennootschap, VZW, openbaar bestuur … Er zijn echter enkele nieuwe toepassingsvoorwaarden in het leven geroepen waaraan de zelfstandige moet voldoen om de forfaits te kunnen toepassen.

Het onkostenforfait kan enkel gevraagd worden door de vergunninghouder (de persoon die de vergunning heeft gekregen van Kind & Gezin). Een zelfstandige opvangpersoon die werkt onder een vennootschap waarbij de vennootschap de vergunning heeft, kan dus geen gebruik maken van het onkostenforfait.

Het onkostenforfait kan bovendien enkel voor de zelfstandige kinderopvang die geen subsidies (trap 0) krijgen of enkel de basissubsidie (trap 1) krijgen. Zelfstandige kinderopvangen in een hogere subsidietrap (trap 2) zitten en bijvoorbeeld een inkomensgerelateerde vergoeding ontvangen kunnen vanaf inkomstenjaar 2022 maar aanspraak maken op het forfait wanneer zij niet meer dan 28 kinderen opvangen. Deze limiet wordt per vergunninghouder bekeken.

De forfaits kunnen niet worden toegepast wanneer de kinderopvang louter buitenschoolse kinderopvang organiseert. Tot slot is de toepassing van het onkostenforfait een recht en is een zelfstandige kinderopvang niet verplicht deze toe te passen en kunnen de werkelijke beroepskosten nog steeds worden bewezen.

Wij staan onze cliënten graag bij in de correcte toepassing van de geldende forfaits. Wenst u hierover meer informatie, neem dan contact op met een van onze medewerkers.

Bron: fisconetplus